Vormstudie
Leestijd: 6 minuten
Uitvoertijd: minimaal 3 uur
Inleiding
De juiste, passende vorm ontwikkelen voor een product, waarin de identiteit en functies optimaal tot hun recht komen.
Toepassing
Nadat je in de ideefase voor het eerst vorm hebt toegekend aan je ontwerp, is dit het moment om deze vorm grondig te onderzoeken. Je eerste vormtoekenning is vaak gebaseerd op veronderstellingen of herkenning, hoe het er volgens jou ‘logischerwijs’ uit moet zien. Maar in de eerste fase van je ontwerpproces is je zicht daarop nog beperkt. Nu is het belangrijk om te onderzoeken in welke vorm dit nieuwe product het beste, het meest passend (merk, doelgroep, primaire en secundaire functie, identiteit, etc) kan ‘wonen’.
Je gaat gestructureerd te werk: je probeert hoofdvormen en subvormen en details. Je groepeert je ideerichtingen. Bovendien zoek je verschillende combinaties daarin. Je combineert ‘platte’ aanzichten en ruimtelijke schetsen, maakt variaties van losse onderdelen en van het geheel.
Je onderzoekt welke ordeningscategorie het beste past: additief, integratief, integraal of organisch (zie voorbeelden hiernaast).
Een gedegen vormonderzoek bestaat in deze fase – afhankelijk van de soort product – al gauw uit 40 tot 50 schetsen.
In de detailleringsfase komen er nog eens zeker 30 bij. Dan liggen de hoofdvormen (volumes) vast, maar zoek je verder naar precieze proporties, afrondingen, indeling (layout) van een interface bijvoorbeeld, oppervlaktekromming (exact vlak, of een lichte kromming) en dat soort dingen.
Wees royaal in deze fase. Het optekenen, ook al heb je het al op een (schijnbaar) precieze wijze in je hoofd, faciliteert en forceert een heleboel nodige beslissingen. Door te tekenen, en zeker ook door modellen te maken, zelfs de eerste spuugmodellen, definieert zich de vorm langzamerhand.
1.
2.
…
…
Boek: Wim Muller – Vormgeving
Boek: Ger Bruens – Form/ Color Anatomy
PPT: Zie ook: ppt les ‘vormintegratie’(1e jaar) en ‘vormstudie’(2e jaar) op de ELO
Auteur: Naam auteur tekst